Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In de lippen des verstandigen wordt wijsheid [31]gevonden; maar op den rug des [32]verstandelozen [33]de roede. 31. En daarom behaalt hij ook eer en loon; gelijk daarentegen de onbezinde slagen krijgt, omdat men in zijne lippen dwaasheid vindt. 32. Hebreeuws, die gebrek heeft van hart. Zie boven hfdst.6 vs.32. Het woord hart is hier voor den zin en het verstand van den mens genomen. Zie Job 9:4. 33. Dat is, de straf, welke geschiedt door slagen. Alzo onder hfdst.23 vs.13, en hfdst.26 vs.3, en hfdst.29 vs.15.